Vlierbessen tegen de hoest: Als de vlierbessen rijp zijn(zwart)dan zijn ze de perfecte bron tegen kwaaltjes zoals lichte verkoudheden enz. Je plukt rijpe schermen bessen en je ontdoet ze van de steeltjes(een heel makkelijke en snelle klus)tot je een gewicht van 0,5 kg hebt. Je kookt de bessen met evenveel goede suiker en giet de brij doorheen een zeef. Je laat de siroop afkoelen in een gesloten fles. Vliersiroop kan,wanneer ze koel en donker bewaard wordt,de hele winter gebruikt worden als hoestsiroop of als bestanddeel van een of andere warme winterdrank. Braambessen tegen de dorst Bramen plukken is afzien en lijden,vooral bij temperaturen die tegen de dertig graden aanlopen. Je kan er confituur van maken maar ook uitzonderlijk goede wijn! Het afzien en lijden wordt door een simpel gistingsproces ruimschoots gecompenseerd. Wijn maken is gewoon zorgen dat uw bessen- of vruchtenpulp in een half-gesloten systeem(een grote fles met waterslotje)tot een edele gisting komt. Edel gisten is een mooi woord voor een“gestuurd” rottingsproces. De toegevoegde gistbacterieën zorgen ervoor dat de natuurlijke suikers in de bessen omgezet worden in een proportioneel alcoholgehalte. De uitzonderlijke zomer heeft er voor zoor gezorgd dat de bramen die geplukt zijn eind juli en begin augustus nu al min of meer een drinkbare(troebele)wijn opleveren. Nog een maand of twee geduld en we kunnen spreken van een soortgenoot van de“Beaujolais nouveau”. Een jaartje geduld levert dan weer een“cru bourgeois” op. Denk er wel aan:“bramen plukken is afzien,drinken is genieten”