Wie mij een beetje kent zal wel weten dat ik mijn levenlang iets te maken heb met de letter‘K’. Eigenlijk zouden mijn cursiefjes onder een titel“Kroniek” thuishoren,maar laat het ons maar bij het Teugeltje houden uit respect van onze‘teugellezers’,die zich anders wel verloren zouden zoeken. Maar die‘K’laat mij maar niet los. Inderdaad. Het begon al bij de geboorte uit Katholieke ouders met een Koster-organist als vader. Maar al te vlug was ik Kleuter. Als jongknaap belandde ik bij de K.S.A. om later aan te sluiten bij de K.A.J. Op sportief vlak was ik Keeper(Vigor Hamme-Sparta Waasmunster). Eens getrouwd werd ik ingelijfd bij K.W.B. waarbij ik de stichter werd van het Klokkenlappersfestival en acteur bij het toneelgezelschap“De Klokkenlappers”. Na het Kapotte Manta,verzeilde ik op ministeriële Kabinetten. Als gepensioneerde werd ik ontdekt als voorzitter vanr de K.B.G.(ondertussen OKRA)en sommigen noemen mij Kapoen. Als Kapoen en wellicht onder invloed van die onvermijdelijke‘K’noem ik mijn vrouw in bepaalde kringen“K.W.K.” dat staat voor“Kuisen-Wassen-Koken”. Samen met het strijken,zijn dit de hobby’s van haar. Allemaal werkwoorden waar ik een bepaalde hekel aan heb. Vooral de Keuken is voor mij blijkbaar een‘plaats des onheil’,ondanks die‘K’. Het bijzonderste element in de keuken vind ik de koelkast met bier en andere frisdranken,die gelukkig door mijn vrouw tijdig worden aangevuld. Zij is immers een echte keukenprinses,zonder microgolfoven noch vaatwasmachine. Ondanks haar vakkennis als huishoudregentes en haar ontelbare kookcursussen die ze in KAV-KWB-afdelingen in heel het Waasland heeft gegeven,is zij er niet in geslaagd mij enige kookvaardigheid en keukenliefde bij te brengen. ‘Plaats des onheil’heb ik de keuken genoemd,dat blijkt uit volgende tafereeltjes die zich in de keuken hebben voorgedaan. Het was Belsele jaarmarkt. Zoals zo velen had ik verlof genomen. Mijn vrouwtje moest naar school maar zij had ervoor gezorgd dat ik’s middags mijn plan zou kunnen trekken. Zij had een uitermate lekkere soep gemaakt,een soort hutsepot die ik maar hoefde op te warmen,waarbij ze de juiste knop van het elektrische vuur en de betrokken plaat had aangeduid. Na een paar uur gezellig te hebben gekaart en gedronken,toog ik huiswaarts om mijn schamel diner klaar te maken en te verorberen. Ik haalde de bewuste pan soep uit de koelkast en plaatste ze op de gepaste plaat en draaide de gemarkeerde knop op de juiste ook al aangeduide temperatuur. In afwachting zorgde ik voor het nodige bestek op tafel. Na een paar minuten hoorde ik een verdacht gesis waarbij zich een verschrikkelijke stinkende donkere rook verspreidde. Paniekerig begon ik in de soep te roeren maar het bleef maar sissen en stomen. Veiligheidshalve draaide ik de knop op nul en verwijderde de pan van de plaat. Een smeltende nylonnen onderlegger was de dag voorheen onderaan de pan blijven hangen en was volop aan het braden. Bij het verwijderen van de pan kleefde er een rokende spinnenweb van smeltende nylondraden tussen pan en hete plaat. Hopeloos liet ik alles in de‘brand’en kocht ik mij een hamburger aan een foorkraampje. Eens moest mijn vrouw in de vroege ochtend naar een medisch onderzoek. Uitzonderlijk stond het avondvaatwerk samen met het bestek van het ontbijt nog onaangeroerd op de afwasbak in de keuken. Het regende buiten en mijn krant was gelezen. De verveling sloeg toe. Een onverklaarbare ingeving zette me ertoe aan uitzonderlijk eens de afwas te doen. Zo gezegd,zo gedaan. Terwijl ik aan de voorbereidingen begon,kwam mijn hondje Wiske schichtig en duidelijk nerveus in het deurgat zitten met zijn oortjes in de nek en een verdacht traag wispelende staart alsof hij wou zeggen‘waaraan gaat gij beginnen’? Ondanks de‘hondelijke’waarschuwing viel alles nog al mee. Onder de afwasbak nam ik het groene detergentbusje en sproeide ik een kleine fractie ervan in de waskom om op te lossen in het hete water. Afwassen en spoelen,laten uitdruipen en afdrogen met een propere handdoek die ik na enig zoeken had gevonden. Mijn hondje,die schichtig al mijn bewegingen op de voet had gevolgd,scheen nog gelukkiger dan ik dat de‘operatie’geslaagd was en nodigde mij uit om te gaan wandelen om even te ontspannen. Bij thuiskomst was mijn vrouwtje uiterst blij verrast door mijn prestatie en bedankte mij met een supplementaire kus. “En ging het zo een beetje”? vroeg ze. “Bah ja” zei ik. “Zo erg was die karwei niet. Trouwens met dat nieuw afwasproduct hoef je praktisch niet na te spoelen,dat schuimt niet meer zoals vroeger”. Verrast vroeg ze met wat heb jij afgewassen. Ik haalde terug het groene busje te voorschijn. “Maar allez”,riep ze“dat is plantenvoeding”! En inderdaad vlak ernaast stond het groene‘Dreft’-busje,maar dat had ik natuurlijk niet gemerkt. Heel het vaatwerk werd overgedaan,uitzonderlijk met mijn medehulp. Dit voorvalletje werd natuurlijk uitvergroot verteld aan mijn dochters,die zich bijna een breuk lachten. ’s Zondags kwam mijn kleinkind Wannes binnen met de vraag“Awel pepézijn de tassen en teljoren al gegroeid?” Even later lekte de plastieken afloop van de afwasbak onder in het kastje. Misschien wel ten gevolge van het verkeerde groeiproduct? Er werd een emmer in het kastje geplaatst om de druppels op te vangen. Na enige tijd stelde mijn vrouw vast dat de emmer tot boordevol was gelopen. “Rats vergeten” jammerde ik. “Dat moet gedaan zijn”,vloekte ik en demonteerde als een echte stielman het lekkende plastieken‘elleboogje’en nam het mee naar‘Brico’om het juiste element aan te kopen. Vlugger dan verwacht had ik het gevonden. Demonteren is heel wat gemakkelijker dan monteren,ondervond ik al ras. Trouwens die volle emmer water stond in de weg. “Die krijg ik daar niet van onder zonder te morsen zulle” zei mijn vrouw. –Ik zal het even proberen” opperde ik. Wonderwel slaagde ik erin met de precisie van een apotheker de emmer te lichten zonder een druppeltje te morsen. “Voilà! juichte ik als een echte held en euforisch fier pletste ik de volle emmer in de chroomstalen wasbak,vergetend dat ik de afloop ontkoppeld had. Mijn schaterlachende vrouw stond op haar billen te kloppen,terwijl mijn schoenen onder water stonden. “Da’s nu ne keer de mop van’t jaar” gierde ze. “Schrijf dat maar ne keer in je‘Vrije Teugel’”. –“Een goed gedacht”lachte ik mee”maar eerst die afvoer herstellen”! Wat ik keurig heb gedaan. Ziedaar mijn komische Keukenperikelen. Weet je wat ik nu ga doen? Recht naar de Keuken naar de Koelkast om een frisse Palm,een‘Royale’nog wel! Een Koninklijke drank al je’t mij vraagt. Verdoeme! Bij het inschakelen van de TV-toestel verschijnt er toch wel een reclamespot van“Dreft” zeker? Niet naar kijken hoor! Herlees liever dit‘teugeltje’nog eens!