Ze is zo mooi dat ze je doet geloven dat het leven ookécht mooi is. We weten wel beter. Ik beleef een dag in het oude dorp,waar de huizen kreunen onder het ademen van de dode mensen. Wonderlijk is dit dorp,dat maar echt tot leven komt in het gure weer,de harde wind. Dichtgeknoopte grijze jassen met hoge kragen waarin gerimpelde gezichten zitten verscholen. Het klinkt als muziek,alleen veel mooier. Iedereen laat me mijn gedachten beleven en bekijkt mij. Ook m’n dorp. Ze kijken mij allemaal aan en ik zie het niet. Ze verwachten allen hetzelfde antwoord op de niet gestelde vraag en ik kan het hun niet geven. Laat me nou maar wandelen,en een sigaretje roken,en denken aan vroeger,en aan later en aan het bleke sterfbed waar de oude man zijn laatste adem uitblaast. Ze zijn mooi maar worden oud,de bomen dan. De staarten zwiepen kwaadaardig. Ze willen de prooi,allemaal,en alleen de glinsterende ogen begrijpen mijn blik. Ik lees woorden en kruip in de letters. Kijk goed,tussen de bomen van weleer zie je de zon pogingen doen om te leven. Je ziet het dorp waar wordt geleefd op een manier waar je weemoedig van wordt. Waar is mijn tijd,waar ik je omhelsde,mijn lieve dorp? Waar ik wist dat ik je ging zien toen ik de straat inreed? En jij was daar,m’n lieve dorp,en je grijze hart rees voor me uit,in al die pracht. Ik opende je poorten en stapte je lichaam binnen,jouw kern,en je warmte ontving me. Je hebt een nààm die ik alleen mag spreken omdat ik de draagkracht ervan begrijp. Het heeft tijd nodig gehad de schoonheid ervan te zien,het harde verleden dat je heeft gevormd tot wat je nu bent. Je herbergt zoveel geheimen en onopgeloste zaken,je verzwijgt wat je voelt en wil praten,je kunt het zien aan de mensen in de straat,ze zoeken je op en slenteren naar de ziel aan de kroegen,op de achtergrond het oneindige water. Je kunt het zien aan je kinderen waar je zo van houdt. Ik zie je staan,mijn dorp,je armen zonder bladeren verwelkomen mij en laten mij weer gaan. Niemand die dat begrijpen kan,niemand die er weet van heeft,en dat is maar goed ook. Er zijn geen woorden voor. Voor je schoonheid die je met de jaren hebt vergaard. En eenmaal ik thuis ben,ver weg van de kasseien die er eeuwen later nog zullen liggen,zie ik jou opnieuw staan,verknocht aan alles wat rondom je gebeurt,en bang voor wat het heden brengen zal. Hoelang duurt het nog vooraleer ik jouw naam hoor,vooraleer ik je naam uitschreeuw in de kerk die je herbergt. Ik zoek je op m’n dorp,en ik streel stokoude haren die je wel zou herkennen,en ik kijk in je oude ziel en voel wat je vertelt in jaren. Ik wil bij je zijn,je straten bewandelen,je aanraken terwijl er nostalgische muziek in mijn moede hoofd dreunt. Er rest me niets meer dan woorden die over jou verhalen. Alleen over jou m’n lieve dorp,die al mijn geheimen heeft aanhoort en heeft opgeborgen in het verleden dat werd gemaakt.